Aantekeningen |
- Boschwagter van 's Rijks Domeinen
op 20 jarige leeftijd vrijgesteld van de Nationale Militie door loting met lotnummer 8
signalement: lengte 5 voet, 2 duim; aangezigt: dik; voorhoofd: rond; ogen:bruin; neus: ordinair; mond: id; kin: rond; haar: zwart; wenkbrauwen:id
Hij was op 52 jarige leeftijd al gepensioneerd
In de akte van vonnis van 13 06 1823 van het vredegerecht van het Kanton Ravenstein laat Jan van Wielick, plaatsvervangend schout der gemeente Ravenstein, Jan Cornelis Franssen te Haren dagvaarden. In de nacht van 7 op 8 juni hebben Jan van Vugt, boswachter van 's Rijks Domeinen te Megen, en Hendrik Meulder, veldwachter van Haren en Marcharen, een bruin merriepaard aangetroffen in de bossen genaamd "Lange en Korte Kousekamp" onder Haren en dit paard overgebracht naar de schutskooi van Megen. Gedaagde geeft toe dat het zijn paard is, maar dat zijn zoon dit moest hoeden in de bossen die de kerk van Marcharen toebehoren. Gedaagde wordt veroordeeld tot een boete van f 2 en 83 1/5 centen en daarboven f 2 52 cent voor gerezen kosten.
In de akte van vonnis van 13 06 1823 van het vredegerecht van het Kanton Ravenstein laat Jan van Wielick, plaatsvervangend schout der gemeente Ravenstein, Gradus Marcelis Ceelen te Haren dagvaarden. In de nacht van 7 op 8 juni hebben Jan van Vugt, boswachter van 's Rijks Domeinen te Megen, en Hendrik Meulder, veldwachter van Haren en Marcharen, een zwart ruinpaard willen vangen, maar dat is niet gelukt. Jan Cornelis Franssen verklaart dat dit paard eigendom is van Gradus Marcelis Ceelen. Gedaagde wordt veroordeeld tot een boete van f 2 en 83 1/5 centen en daarboven tot f 3 52 cent voor gerezen kosten.
In de akte van vonnis van 13 06 1823 van het vredegerecht van het Kanton Ravenstein laat Jan van Wielick, plaatsvervangend schout der gemeente Ravenstein, Jacobus Willem Arts bouwman te Haren dagvaarden. In de nacht van 7 op 8 juni hebben Jan van Vugt, boswachter van 's Rijks Domeinen te Megen, en Hendrik Meulder, veldwachter van Haren en Marcharen, een paard zien lopen, dat eigendom is van gedaagde volgens een verklaring van Jan Cornelis Franssen. De zoon van Jan en de zoon van Jacobus moesten deze paarden hoeden, maar hadden niet behoorlijk toezicht gehouden. Gedaagde wordt veroordeeld tot een boete van f 2 en 83 1/5 centen en daarboven f 3 52 cent voor gerezen kosten.
|